
Sinds enkele maanden kan op alle AMOS-scholen gewerkt worden met een gezamenlijk aangeschaft leesprogramma. Dit computerprogramma kan vanaf de kleuterbouw ingezet worden ter preventie van leesproblemen bij leerlingen die daar risico op lopen. Ook wordt het gebruikt in groep 3 en 4 om beginnende leesproblemen aan te pakken.
Basisondersteuning
De begeleiding van leerlingen met leesproblemen valt binnen passend onderwijs onder de basisondersteuning. Dat betekent dat basisscholen geschikte methodes en de mankracht in huis moeten hebben om leerlingen te begeleiden die méér nodig hebben dan het leesaanbod in de klas. Het is belangrijk om de leesondersteuning zó te organiseren dat deze leerlingen de juiste aanpak en voldoende intensieve oefening krijgen. Tegelijkertijd mag het niet ten koste gaat van de tijd die de leerkracht aan andere vakken en lessen moet besteden. In de praktijk blijkt dat soms niet eenvoudig te realiseren.
Gezamenlijke aanschaf en scholing
Op verzoek van een aantal intern begeleiders is daarom vorig schooljaar onderzocht of er animo was voor de gezamenlijke aanschaf van een bewezen effectief én efficiënt in te zetten leesaanpak. Het programma BOUW! voldeed aan deze eisen en werd al op sommige AMOS-scholen gebruikt. Uit een inventarisatie bleek dat vrijwel alle AMOS-scholen graag met het programma aan de slag wilden. De gezamenlijke aanschaf betekent voor de scholen een flinke kostenbesparing. En bovendien maakt het werken met dezelfde methodiek het makkelijker om met elkaar ideeën, tips en kennis over leesbegeleiding uit te wisselen.
Binnen de AMOS Academie konden rond de zomervakantie alle scholen een medewerker (een leerkracht of intern begeleider) de training tot coördinator BOUW! laten volgen. Zij kregen de nodige informatie om de invoering van het programma en het werken er mee op de scholen goed te organiseren. Inmiddels wordt het op de meeste AMOS-scholen ingezet.
Het programma bestaat uit vier korte leeslesjes per week die een leerling op de computer maakt onder leiding van een tutor. Zo’n tutor hoeft niet per sé een leerkracht te zijn, ook ouders, vrijwilligers of leerlingen uit de bovenbouw kunnen deze rol op zich nemen.
Voor welke leerlingen is het bedoeld?
Ria van Gerven is coördinator op twee AMOS-scholen: de Valentijn en de Capelle: “Je kunt deze aanpak goed inzetten als je merkt of vermoedt dat kinderen niet voldoende hebben aan het reguliere aanbod van technisch lezen. Bijvoorbeeld als ouders hebben aangegeven zelf ook moeite te hebben gehad met het leren lezen of als er dyslexie in de familie voorkomt.”
Veel scholen werken er mee in de kleuterbouw: Ria van Gerven: “Door al in groep 2 met de ondersteuning te starten kunnen de kinderen met een stevige basis aan groep 3 beginnen. De kinderen krijgen op een speelse wijze letters aangeboden. Het programma ziet er aantrekkelijk uit en de leerlingen die er mee werken zijn er daarom heel enthousiast over. Oefeningen worden op veel verschillende manieren herhaald en dat zorgt ervoor dat het voor leerlingen in groep 2 en 3 uitdagend blijft.” Op AMOS-school de Driemaster wordt het programma halverwege groep 2 gebruikt als opstapje naar groep 3 bij kleuters met een zwak klankbewustzijn. En op de Vijf Sterren is een aantal onderbouwleerlingen met een taalontwikkelingsstoornis ermee aan de slag gegaan. Op de Valentijn wordt het ook ingezet voor een leerling met het syndroom van Down. Ria van Gerven: “Met haar doen we de meeste lesjes twee keer. Dankzij de vele herhalingen heeft dit meisje al behoorlijk wat letters geautomatiseerd.”
Tutoren
Het programma werkt met tutoren en dat vergt wel enige organisatie. Rinske Aangenent van de Driemaster: “Het vinden van een tutor is soms lastig en ook moet een nieuwe tutor ingewerkt worden.” Op de Capelle zijn het vooral ouders die de rol van tutor op zich nemen. Zij doen de lesjes thuis of op school met hun kind en één leessessie per week wordt door de remedial teacher of intern begeleider gedaan. Ook op de Driemaster zijn ouders tutor. Daar is de ervaring dat kinderen thuis minder gemotiveerd zijn, dus komen de ouders naar school om, soms vóór schooltijd, te lezen met hun kind. Op de Vijf Sterren gaat binnenkort een aantal stagiaires als tutor aan de slag. En op de Valentijnschool wordt de tutortaak vervuld door een leerkracht, de intern begeleidster én leerlingen uit groep 8. Deze leerling-tutoren worden door de coördinator ‘opgeleid’ en na een periode werken als tutor beloond met een certificaat.
Vergoedingsregeling dyslexie
Rinske Aangenent: “Voor leerlingen met leesproblemen vanaf groep 4 zetten we ook diverse andere leesinterventies in, zoals Ralfi-lezen. Het doel van alle extra aandacht voor het lezen is natuurlijk het verbeteren van het leesniveau. En bij de meeste leerlingen lukt dat gelukkig. Dan gaat het op een gegeven moment zo goed met lezen dat we met de extra begeleiding kunnen stoppen.” Maar soms blijken de problemen hardnekkig en is, ondanks alle extra hulp op school, dyslexieonderzoek nodig. Rinske: “omdat we in dat geval kunnen aantonen met effectieve en intensieve programma’s te werken, kan een leerling met ernstige en hardnekkige leesproblemen in aanmerking komen voor de vergoedingsregeling dyslexie.”
AMOS-stuurgroep
Om niet op elke AMOS-school zelf het wiel uit te hoeven vinden, is er een bovenschoolse stuurgroep in het leven geroepen bestaande uit twee coördinatoren en een beleidsadviseur. De stuurgroep fungeert als vraagbaak bij het werken met het leesprogramma en ondersteunt de scholen met informatie en tips, onder andere via een nieuwsbrief, waarvan de eerste editie in november verscheen.
Meer informatie? Neem contact op met de AMOS-stuurgroep door een mail te sturen aan ria.vangerven@amosonderwijs.nl
[thumbs-rating-buttons]